Wie te maken heeft met urge incontinentie, heeft een oncontroleerbare drang om te moeten plassen en raakt vervolgens niet meer op tijd op het toilet. 

Symptomen 

Het urineverlies is het belangrijkste symptoom. Dat zal zich plots voordoen, omdat de drang om te plassen te groot is. De patiënt zal dit ook opmerken doordat men te laat op het toilet aankomt. 

Oorzaak incontinentie

Urge incontinentie kan ontstaan door verschillende factoren

Mogelijke behandelingen

De behandeling van urge incontinentie is meestal medicamenteus. Als dit onvoldoende effect heeft of de bijwerkingen te uitgesproken zijn, kunnen we opteren voor een heelkundige ingreep. 

Onderzoeken voor de operatie 

Om te weten of gekozen wordt voor de meest gangbare ingreep, een botox infiltratie, is het belangrijk een volledig beeld te hebben van de omvang van het probleem. Daarom worden volgende onderzoeken uitgevoerd: 

Cystoscopie

Inwendig kijkonderzoek om afwijkingen op te sporen in de plasbuis, blaas of prostaat.

Urodynamisch blaasonderzoek

Volledige test van de werking van de blaas, sluitspier en het plasmechanisme.

Botox infiltratie in de blaas

Wat? 

Botox en Dysport zijn de merknamen van Botulinetoxine A, een zenuwgif. Wanneer de stof in een spier wordt ingespoten, ontstaat er een tijdelijke verlamming van de spier. Daardoor kunnen de zenuwuiteinden geen signalen meer uitzenden om de spier te doen bewegen. Na verloop van tijd herstelt het systeem zich vanzelf. 

In België werd botulinetoxine A in eerste instantie goedgekeurd en geregistreerd als doeltreffende en veilige behandeling voor spierkrampen (faciale hemispasme, ooglidkramp, torticollis, ...). 

In een latere fase werd deze methode ook gebruikt voor het behandelen van de overactieve blaasspier. De behandeling slaat niet bij alle patiënten aan, maar bij een groot deel verminderen de klachten significant.

De ingreep

Enkele dagen voor de ingreep wordt de urine nog eens gecontroleerd, om zeker te zijn dat er geen sprake is van een urineweginfectie. Die moet dan eerst worden behandeld.

De ingreep gaat door onder een korte algemene anesthesie. In totaal duurt het ongeveer 5 minuten. 

Na de ingreep wordt meestal een blaassonde geplaatst, die we verwijderen bij het verlaten van de recovery. Dan wordt gedurende de uren na de ingreep, die de patiënt doorbrengt op het dagziekenhuis, gecontroleerd of men de blaas goed kan leegplassen. 

Het effect van de bolutinetoxine wordt voelbaar vanaf 48 uur tot een week na de ingreep. De eerste dagen kan het zijn dat de patiënt wat frequenter of dringender moet plassen dan gewoonlijk.

Mogelijke bijwerkingen 

Als er bijwerkingen optreden, zijn deze meestal van korte duur.

Zo kan er een blaasontsteking optreden, waarvoor antibiotica nodig zijn. 
Daarnaast kan er ook een bloeding zijn direct na de injectie. Deze is meestal te controleren door de katheter wat langer te laten zitten, al dan niet met een continue spoeling. In zeldzame gevallen kan het zijn dat de bloedingshaard in de blaas moet worden dichtgebrand. 

Soms is er sprake van tijdelijke spierzwakte, niet alleen van de blaas, maar ook van andere spieren. Een algemene zwakte die gepaard gaat met ademhalingsmoeilijkheden is zeldzaam, en wordt vooral gemeld bij patiënten met een verlamming ten gevolge van een dwarslaesie die meestal een hogere dosis botulinetoxine krijgen.

Terugbetaling in België 

Er is in België enkel een terugbetaling voor patiënten met bepaalde onderliggende neurologische aandoeningen en een geobjectiveerde blaasoveractiviteit. De kostprijs is 185 euro. 

SANS

Een andere optie voor de behandeling van urge incontinentie is SANS

Hierbij wordt een zenuw ter hoogte van de enkel met een zeer fijn naaldje aangeprikt en gedurende een half uur elektrisch gestimuleerd. Deze zenuw staat in verbinding met het zenuwstelsel van de blaas en de bekkenbodem. 

Voor deze behandeling komt de patiënt gedurende 12 weken telkens een half uur naar het ziekenhuis. Er zijn, behalve lokaal op de prikplaats wat irritatie, geen nevenwerkingen.

Interne neurostimulator 

Meer invasief is de plaatsing van een interne neurostimulator.

Deze stimulator is gekoppeld met een elektrode die rechtstreeks is verbonden met de bezenuwing van de blaas en bekkenbodem.

Er is altijd een testfase van enkele dagen met een externe stimulator alvorens de definitieve wordt geplaatst. De ingreep verloopt in daghospitalisatieverband.